Door Redactie Bouwmeesters , 15 november 2018
Met de schaarste aan personeel in de bouw is iedere zij-instromer als beginnende vakkracht meegenomen voor de sector. Onder dat motto pleit Janny Huls, directeur van uitzendbureau Vakmasters, ervoor dat bouwbedrijven volgens het cao-tarief – ook oudere – zij-instromers en statushouders inlenen die nog niet volledig vakbekwaam zijn. “We willen die mensen graag opleiden, maar als we ze niet kunnen uitplaatsen omdat ze volgens de cao te duur zijn, krijgen we ze nooit buiten aan de slag”, waarschuwt Huls.
Werkervaring opdoen
Als enig uitzendbureau in de sector werkt Vakmasters samen met Bouwmensen, het opleidingsinstituut van en voor de bouw. Naast bouwopleidingen voor jongeren (lager en middenkader), geeft Bouwmensen een basis praktijkopleiding aan zij-instromers en statushouders. Huls legt uit dat als die de bouw in willen, ze eerst worden getest op hun geschiktheid. “Pas als we ervan overtuigd zijn dat ze het werk aankunnen, steken we tijd en energie in hun opleiding. Maar dan moeten we ze ook kunnen uitplaatsen zodat ze echte werkervaring kunnen opdoen.”
In het arbeidsproces komen
Graag zou Huls zien dat de cao Bouw & Infra weer een inloopschaal krijgt: “Dat zou heel fijn zijn, want dan kunnen we de tarieven voor zij-instromers en statushouders een stuk naar beneden doen.” Maar zolang dat niet gebeurt, luidt haar oproep aan bedrijven dat ze volgens de cao meer zij-instromers, ook van boven de 45, inlenen zodat ze zich verder kunnen bekwamen en echt in het arbeidsproces komen.”
Griekse metselaars
Zij-instroom zoveel mogelijk benutten, is volgens Huls hard nodig omdat de instroom van jongeren voor bouwopleidingen, hoewel die nu flink aantrekt, nog lang niet op het peil is dat nodig is om te kunnen voldoen aan de grote vraag naar vakkrachten in de sector. Ze meldt dat Vakmasters daarom zelf ook begin volgend jaar in Griekenland een opleiding metselen start voor werkloze bouwvakkers om ze daarna naar Nederland te halen, omdat hier de vraag naar metselaars nu het grootst is. “Lastig is dat buitenlandse metselaars niet vertrouwd zijn met de metselverbanden die wij gebruiken. Daarom leiden we nu instructeurs op die dat straks aan die Griekse werkloze metselaars gaan leren.” De bedoeling is dat de beginnende metselaars daar een basisopleiding van gemiddeld 13 weken krijgen, waarna ze zich verder bekwamen in Nederland en ze voorlopig op basis van een tijdelijk contract via Vakmasters hier in de bouw aan de slag gaan.
Opleiding op halve kracht
Huls meldt overigens ook dat in haar eigen regio Zuid-West Nederland Bouwmensen nu maar half zoveel zij-instromers en statushouders opleidt als dat de capaciteit toelaat: “We hebben nu een tiental mensen in opleiding terwijl we de capaciteit hebben voor een veelvoud hiervan.” In andere regio’s is die situatie volgens haar niet veel anders. Dat de opleidingen maar op halve kracht draaien heeft volgens haar te maken met dat niet iedereen die in de bouw of infra wil werken daar ook geschikt voor is. Een andere oorzaak is het imago van de bouw, die door velen nog altijd wordt gezien als een sector met ‘zwaar werk’.
Ouderen moeilijk aan de bak
Om duidelijk te maken dat er in de bouw naast fysiek inspannend werk ook ander minder lichamelijk zwaar werk is, worden er samen met het UWV voor werkzoekenden ‘speeddates’ met bedrijven georganiseerd. Maar de ervaring van Huls is dat die bijeenkomsten niet veel nieuwe vakkrachten opleveren: “Zij-instromers die in de bouw willen werken en daarvoor geschikt zijn, zijn inmiddels aan de slag. Alleen ouderen in de WW of bijstand komen nog moeilijk bij bedrijven aan de bak.” Bij Vakmasters maken die zij-instromers nog wel kans op een vaste baan. Huls: “Van de 128 uitzendkrachten die wij in Zuidwest Nederland buiten hebben lopen, is meer dan de helft ouder dan 45.” Ze weerspreekt dat ouderen minder inzetbaar zijn. “Hun werktempo mag misschien wat lager zijn dan dat van jongeren, maar daar tegenover staat dat ze vaak meer gemotiveerd zijn.” Ook zijn ouderen niet vaker ziek: “Jongeren verzuimen weer meer om andere redenen, bijvoorbeeld door sportblessures.”
Soepelere regels voor statushouders nodig
Onder statushouders doen volgens Huls vooral Syriërs het goed in de bouw, vooral als tegelzetter: “Syriërs willen graag werken in de bouw. Ze spreken over het algemeen goed Engels en een aantal ook al heel redelijk Nederlands. We zouden er best nog meer willen hebben, maar allerlei regels maken dat moeilijk.” Ze vertelt van een Eritreeër die graag metselaar wilde worden maar dat niet mocht omdat hij al een baantje had aangeboden gekregen in een productiebedrijf. “Versoepeling van die spelregels zou dus een goede zaak zijn voor de bouw.”
Bron: http://www.bouwendnederland.nl/nieuws/15346850/zijinstromerindeleer-verdient-werkplek